De drie Vlaamse regionale luchthavens van Deurne, Oostende-Brugge en Kortrijk-Wevelgem zijn op dit moment niet rendabel zonder de steun van de Vlaamse overheid. Toch heeft de regering beslist om de toekomstvisie van de luchthavens tot 2040 goed te keuren en ze zo open te houden. Jaarlijks betaalt de regering ruim 200 miljoen euro aan subsidies voor de drie luchthavens samen. “Vlaanderen is overtuigd van het economisch belang van haar luchthavens, en zal deze ook in de toekomst duurzaam verankeren en uitbouwen”, klinkt het.
Verdere uitbreiding
Op basis van grondig onderzoek heeft de regering beslist om de drie Vlaamse regionale luchthavens open te houden. In de toekomstvisie van de Vlaamse regering staat dat de regionale luchthavens zich moeten blijven ontwikkelen, om zo op termijn eventueel rendabel te zijn, ook zonder subsidies.
Zo zal de luchthaven van Antwerpen het aantal lijnvluchten verder uitbouwen en ook inzetten op zakelijke vluchten. Voor Oostende-Brugge zal er een uitbreiding zijn van het aantal passagiersvluchten, maar ook van het aantal cargovluchten. De luchthaven Kortrijk-Wevelgem moet dan weer blijven inzetten op zaken- en trainingsvluchten.