
Nu het toeristische hoogseizoen onder stoom komt en sommige Europese bestemmingen een grote toestroom aan bezoekers ervaren, publiceert de WTTC een persbericht met zes suggesties voor beter toerismebeheer. De internationale koepelorganisatie verwijst daarbij expliciet naar Toerisme Vlaanderen als lichtend voorbeeld van hoe toerisme een positieve draai kan krijgen.
De aanleiding is de veelbesproken problematiek van ‘overtoerisme’ – een term die volgens de WTTC al te vaak als containerbegrip wordt gebruikt door zowel beleidsmakers als misnoegde inwoners. “De oorzaken ervan liggen vaak dieper”, stelt de organisatie. “Onderinvestering in infrastructuur, gebrekkige planning en versnipperde besluitvorming” zijn volgens het rapport fundamentele knelpunten.
Een eenvoudige oplossing lijkt op het eerste gezicht het instellen van een bezoekersplafond. Maar dat noemt de WTTC een weinig doordachte ingreep, met nefaste economische gevolgen. Als elf grote Europese steden een limiet zouden invoeren, zou dat in drie jaar tijd 245 miljard dollar aan verloren BBP en bijna 3 miljoen banen kosten, zo berekende de organisatie in een rapport.
In plaats van restricties schuift de WTTC een genuanceerder zesstappenplan naar voren. De kern: vorm sterke taskforces, werk aan een gedeelde langetermijnstrategie, zet in op datagedreven beleid, monitor constant, investeer gericht en betrek bewoners actief. Kortom, geen revolutionaire voorstellen, wel een pleidooi voor coherent beleid en langetermijndenken.
Vlaanderen als gidsregio
In dat licht komt de ‘Travel to Tomorrow’-strategie van Toerisme Vlaanderen, internationaal bekend als VisitFlanders, om de hoek piepen. Die strategie herkadert toerisme als een middel om lokale doelen te realiseren, waarbij luisteren naar bewoners centraal staat. De WTTC moedigt andere steden en regio’s aan hun mosterd bij Vlaanderen te halen.
Sinds enkele jaren zet Toerisme Vlaanderen dan ook expliciet in op toerisme dat “duurzame meerwaarde” moet creëren. Zo wordt in Brugge, samen met bewoners, gewerkt aan een herbestemming van de Sint-Godelieveabdij waarbij toerisme de identiteit en draagkracht van de plek moet respecteren. In Bokrijk loopt er dan weer een project rond ambachten en erfgoed als hefboom voor betekenisvol toerisme.
Ook het ‘Reizen naar Morgen’-netwerk speelt hierin een rol. Dat brengt toeristische spelers samen rond gedeelde waarden en innovatieve praktijken, mede vormgegeven door inspiratiedagen en congressen.
Pandemie als katalysator
De strategie ‘Reizen naar Morgen’ werd gelanceerd in september 2020, midden in de pandemie. De coronacrisis legde de kwetsbaarheid van het klassieke toerismemodel bloot en creëerde ruimte voor reflectie. Toerisme Vlaanderen ontwikkelde een toekomstvisie waarin toerisme niet alleen economisch, maar ook als hefboom voor maatschappelijk welzijn en persoonlijke groei wordt benaderd, gebundeld in een boek van 160 pagina’s.
Met deze aanpak ambieert Vlaanderen een internationale voortrekkersrol. De erkenning door de WTTC lijkt alvast een bevestiging dat die ambitie en de strategie weerklank vinden.
Foto: Een klassiek beeld in het toeristisch populaire Brugge.