
Brussels Airlines boekte in de eerste helft van 2025 een operationeel verlies van 46 miljoen euro, net iets beter dan vorig jaar, zo meldt de luchtvaartmaatschappij donderdag in een persbericht.
Vooral de nationale stakingsacties die de thuisbasis Brussels Airport tot vijf keer toe deels of volledig lamlegden, wogen op het resultaat. De Lufthansa-dochter schat de kosten ervan op zo’n 12 miljoen euro.
Ook onverwachte onderhoudskosten voor een aantal vliegtuigen die langeafstandsvluchten uitvoeren en een negatieve herwaardering van activa zorgden voor diepere rode cijfers.
“De stakingen tegen overheidsmaatregelen hebben een grote financiële impact gehad. Die middelen kunnen we niet investeren in onze passagiers, medewerkers of toekomst”, aldus CFO Nina Öwerdieck. “Toch blijven we geloven in een positief resultaat voor heel 2025.”
Qua operationele activiteiten ging Brussels Airlines er wel fors op vooruit. De Lufthansa-dochter vervoerde zo’n 4,2 miljoen passagiers op ruim 32.000 vluchten, een groei van respectievelijk 8 en 11 procent. De gemiddelde bezettingsgraad daalde echter tot net onder de 80 procent – volgens het moederbedrijf een van de maatstaven om rendabel te kunnen opereren.
Vooral het Europese netwerk presteerde sterk dankzij de hoge vraag en operationele efficiëntie. Het langeafstandsnetwerk kon dat succes niet evenaren.
Brussels Airlines mikt op zwarte cijfers tegen het jaareinde en zegt daarvoor vol in te zetten op financiële discipline, operationele betrouwbaarheid en een geoptimaliseerd netwerk.
Zwarte cijfers voor Lufthansa Group
Op groepsniveau presteerde Lufthansa fors beter. In het tweede kwartaal zag het moederbedrijf het operationeel resultaat met ruim een kwart stijgen, tot 871 miljoen euro. Terwijl Brussels Airlines de eerste jaarhelft afsloot met een verlies van 46 miljoen euro, kleurde de balans van de groep als geheel stevig zwart.
Toch noemt Lufthansa-topman Carsten Spohr 2025 een overgangsjaar: “We slagen erin vooruitgang te boeken, maar worden nog steeds afgeremd door structurele beperkingen binnen Europa.” Daarmee doelt hij onder meer op hoge personeelskosten, trage certificeringsprocedures en EU-regels die Europese maatschappijen zwaarder belasten dan hun internationale concurrenten.