
Op het Vakantiesalon in Brussel interviewt TravMagazine Mohamed Moez Belhassine, de Tunesische minister van Toerisme, over de stand van zaken van het toerisme in Tunesië en het aandeel van de Belgische markt. Het aanbod, de veiligheid, de pandemie en enkele economische cijfers: hieronder een nadere kennismaking.
Ik heb gelezen dat u in 2005 bent begonnen als adviseur bij het ministerie van Toerisme. Hoe heeft u de toeristische sector van Tunesië zien evolueren tijdens uw carrière?
“Eerst en vooral moet u weten dat het toerisme in Tunesië een strategische sector is van vitaal belang voor de nationale economie. Het toerisme vertegenwoordigt ongeveer 9 procent van het bruto binnenlands product (BBP) en zorgt voor zowat 400.000 directe en indirecte jobs. Om die reden investeert de Tunesische overheid veel in de toerismesector. Als we terugkeren naar de bakermat van de sector, bevinden we ons in de jaren 1960 met de opkomst van de gebieden zoals Djerba, Sousse en Hammamet. Ondanks de eerste tekenen van veiligheidsproblemen in de jaren 1990, werden er ook de daaropvolgende jaren nieuwe toeristische zones opgericht, waaronder Yasmin Hammamet. Maar daarna brak de Arabische Lente, in het bijzonder de revolutie van Tunesië, uit, waardoor we in de periode van 2010 tot 2015 wel wat veiligheidsproblemen ervoeren.”
Welke maatregelen heeft het ministerie genomen om de veiligheid van toeristen te waarborgen?
“De waakzaamheid van de veiligheidstroepen evenals de investering in de veiligheidsinfrastructuur op onder meer de luchthavens heeft bijgedragen aan de garantie van de veiligheid van toeristen. Hotels hebben tevens een eigen discreet zelfbeveiligingssysteem op poten gezet. Zo wordt ook een ober getraind om zichzelf te verdedigen en om te gaan met gespannen situaties. Dankzij al deze inspanningen kende het toerisme een relance in de tweede helft van het afgelopen decennium. Tunesië ontving in 2019 bijna 9,4 miljoen toeristen – het hoogste aantal ooit – en verdiende dat jaar zowat 5,6 miljard Tunesische dinar (1,66 miljard euro). Maar toen brak de pandemie uit.”
Hoe heeft de Tunesische overheid daarop gereageerd?
“Enerzijds heeft het ministerie van Toerisme een herstelplan opgericht en anderzijds verrichten de toeristische actoren – hoteliers, reisbureaus, restauranthouders – enorm veel werk om de sector te innoveren en zodoende nieuwe aspecten en producten van Tunesië aan de buitenwereld te tonen. Momenteel zijn we vooral bezig met de ontwikkeling van de regio’s in het binnenland. Daarenboven heeft het herstelplan zijn doelstellingen bereikt. In 2022 hebben we 70 procent van de resultaten van 2019 behaald. In 2023 stelden we als doel om minstens 80 procent van de resultaten van het laatste precovidjaar te behalen, maar we hebben onszelf overtroffen door de volle 100 procent te bereiken.”
Dat is goed nieuws. Hoe ziet u de band tussen België en Tunesië?
“België en Tunesië hebben zowel een vriendschappelijke relatie als een diepgaande samenwerkingsrelatie op het gebied van handel. Wat dat laatste betreft, zijn er een reeks bilaterale handelsakkoorden en gemeenschappelijke economische projecten. Maar ik vind vooral de oprechte relaties tussen de twee landen belangrijk: we zijn namelijk allebei een warm en gastvrij volk.”
En kunt u mij een paar unieke aspecten benoemen dat Tunesië biedt aan Belgische toeristen?
“Tunesië is een kruispunt van beschavingen. Ons land is doorheen de geschiedenis beïnvloed door de Berbers, Carthagers, de Romeinen en Arabieren. Dat maakt van ons een open en tolerant land. Daardoor hebben we tevens zowat 30.000 archeologische sites. Daarnaast bieden we een diversiteit aan landschappen: de Saharawoestijn, bergen en stranden. En we hebben overigens een heerlijke keuken, wat allicht past bij ons genereuze en gastvrije karakter. Tunesië staat bekend om harissa, de pittige saus, dat erkend is door UNESCO. Verder produceren we onze eigen kaas, olijfolie, dadels en wijn. Daarvan kan je smullen in de vele bars en restaurants, want Tunesiërs zijn bovenal levensgenieters.”
Ik heb gelezen dat er in september vorig jaar een aantal plaatsen zijn toegevoegd aan de UNESCO Werelderfgoedlijst.
“Dat klopt. Tunesië heeft negen sites die zijn ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. In september zijn de sites op het eiland Djerba toegevoegd aan deze lijst. Door deze erkenning zal Djerba ook cultureel toerisme aantrekken, en dus meer worden dan een bestemming voor louter strandtoerisme. Daarom investeren we ook in de infrastructuur om het bezoek aan de historische sites comfortabeler te maken. Zo leiden we bijvoorbeeld gidsen op in verschillende talen, ook de Nederlandse taal.”
Ter afsluiting, wat zijn de vooruitzichten voor 2024?
“We hebben een zeer goed jaar achter de rug; we ontvingen ongeveer 95.000 Belgen. Dat willen we dit jaar consolideren en hopen natuurlijk ons aandeel te vergroten op de Belgische markt. Onze ambitie is om 120.000 Belgen te ontvangen op Tunesië, incluis Djerba.”