
5 miljoen euro aan niet-terugbetaalde tickets. Dat is het financiële gat dat Air Belgium achterlaat bij reisagenten en touroperators. Om die reden legt de Europese koepelorganisatie ECTAA haar eis van insolventiebescherming voor luchtvaartmaatschappijen opnieuw op tafel.
Toen Air Belgium op 18 september 2023 aankondigde te stoppen met passagiersvluchten, volgde een periode van gerechtelijke reorganisatie. Eind april viel alsnog het doek: alleen de cargoactiviteiten werd overgenomen waardoor duizenden reizigers zijn achtergebleven zonder terugbetaling.
Reisorganisaties draaien op voor schade die ze zelden of nooit kunnen recupereren. Dit faillissement is overigens geen alleenstaand geval, waarschuwt ECTAA. In de afgelopen 25 jaar gingen ruim 1200 luchtvaartmaatschappijen over de kop.
Volgens ECTAA legt het huidige systeem een onevenwichtige last bij de reissector. Reisorganisaties die tickets verkopen als onderdeel van een pakketreis, zijn wettelijk verplicht om klanten te herboeken als een luchtvaartmaatschappij uitvalt – zonder garantie dat ze het ticketbedrag ooit terugzien. Een financiële aderlating, zeker voor de vele kmo’s en micro-ondernemingen waaruit de sector bestaat.
De organisatie wijst op een kans tot échte hervorming: de lopende herziening van Verordening 261/2004 inzake passagiersrechten. Dit Europese kader beschermt vliegtuigpassagiers binnen de EU bij annuleringen, vertragingen en instapweigering, met recht op compensatie tot 600 euro, verzorging en terugbetaling of omboeking. De wet geldt voor alle vluchten vanuit de EU en voor EU-maatschappijen die naar de EU vliegen. Voorts wijst ECTAA naar het voorbeeld van het Deense garantiefonds voor vliegtickets.
“Reisintermediairs zijn de ruggengraat van de reissector”, aldus ECTAA-voorzitter Frank Oostdam. “Zonder bescherming blijven zij en hun klanten slachtoffer van wanbeleid bij luchtvaartmaatschappijen. Het is hoog tijd voor actie.”
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.