
Eva De Bleeker, staatssecretaris voor Consumentenbescherming, ging samen met minister van Economie en Werk, Pierre-Yves Dermagne, in gesprek met Europees Commissaris Didier Reynders over de herziening van de richtlijn voor pakketreizen. Vandaag voorziet de richtlijn voor pakketreizen in een verplichte bescherming tegen insolventie van organisatoren van pakketreizen die reisdiensten zoals een vlucht en een hotel gecombineerd aanbieden. Op die manier kunnen consumenten hun geld kunnen terugkrijgen of gerepatrieerd worden als hun organisator failliet gaat. Voor op zichzelf staande reisdiensten, zoals vluchten, die rechtstreeks of via een wederverkoper werden geboekt, is er echter geen dergelijke bescherming voorzien. Staatssecretaris De Bleeker wees er bij Europees commissaris Reynders op dat het voor consumenten zeer nuttig zou zijn om ook een verplichte beschermingsregeling tegen insolventie van luchtvaartmaatschappijen in te voeren. De organisatie van zo’n regeling op Europees niveau kan de consument een brede bescherming garanderen en ook kunnen voorzien in gelijke concurrentievoorwaarden voor alle luchtvaartmaatschappijen.
Uitbreiding naar B2B-wetgeving
Daarnaast wijst De Bleeker op de nood aan een specifieke Business To Business-wetgeving die de relatie reguleert tussen verschillende actoren in de sector, bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen en organisatoren. Voorlopig regelt de richtlijn pakketreizen namelijk enkel de relatie tussen organisatoren en consumenten. Als er iets verkeerd loopt tussen professionele actoren in de sector, is het dus niet ondenkbaar dat de ene een machtspositie gebruikt ten aanzien van de andere. Duidelijke en afdwingbare regels over de terugbetaling van vliegtickets in crisissituaties zijn in het voordeel van de consument, aangezien de organisatoren reizigers dan sneller zouden kunnen terugbetalen.
Europees insolventiebeschermingsmechanisme
Veel insolventiebeschermingssystemen in EU-lidstaten bleken tijdens de gezondheidscrisis onvoldoende sterk om de talrijke faillissementen door de crisis aan te kunnen. In vele gevallen was er een tussenkomst van de staat vereist. Heel wat aanbieders van garanties of verzekeraars gaven ook al aan dat ze door het hoge risico niet langer in een dergelijke insolventiebescherming te willen voorzien. De uitwerking van een insolventiemechanisme op Europees niveau zou soelaas kunnen bieden als tweedelijnsbijstand in zeer uitzonderlijke situaties die op Europees niveau gevolgen hebben, zoals wanneer een pandemie die het reisverkeer stillegt.