Calabrië, de volgende Italiaanse topbestemming

Van steile rotskliffen en ongerepte oerbossen tot lieflijke, zonovergoten stranden en charmante dorpjes: Calabrië heeft alles om de veeleisende toerist te verleiden. Deze streek is wellicht de armste, minst bezochte maar tegelijk meest authentieke en ongerepte regio van Italië. Op sommige plaatsen waan je je aan de Caraïbische kust, onderweg door de nationale parken meen je soms Colombiaanse wouden te herkennen en de typische dorpjes ademen de sfeer van een filmdecor uit de jaren vijftig uit. Dit meest zuidelijke deel van Italië, de tip van de laars, is omringd door de Tyrreense en de Ionische Zee en geeft je overal het gevoel om een historisch, authentiek en vooral veelzijdig stukje Italië te ontdekken.

Door: Steven Decraene

Toscane, Sicilië en sinds enkele jaren ook Puglia staan als Italiaanse regio’s terecht hoog op de lijst van de populaire vakantiebestemmingen van de Belgen. Maar de toerist ziet daarom een minder bekende provincie als Calabrië onterecht over het hoofd. Toch heeft de Zuid-Italiaanse regio alle troeven in handen om de komende jaren uit te groeien tot de nieuwe, favoriete pleisterplaats voor meerwaardezoekers. Vanuit Charleroi-Airport sta je op amper tweeënhalf uur in Lamezia Terme, een luchthaven in het hartje van Calabrië. De Belgische-Italiaanse Kamer van Koophandel werkt intens samen met de toeristische dienst van de regio Calabrië om het aantal rechtstreekse verbindingen tussen Lamezia Terme en België te verhogen. Als de vraag toeneemt, zal zeker het aantal vluchten stijgen en verschillende luchtvaartmaatschappijen brood zien in meer vluchten.

(Lees verder onder foto)

Magna Graecia

Een Latijnse ziel die ouder is dan de Romeinen, zo kun je Calabrië omschrijven want dit deel van Italië staat bekend als ‘Magna Graecia’. Het zijn gebieden waar de Oude Grieken nog voor de opkomst van het Romeinse Rijk hun stempel drukten. Zo maakte de filosoof en wiskundige Pythagoras met zijn befaamde stelling en school van denkers, de stad Crotone in de zesde eeuw voor Christus tot zijn vaste uitvalsbasis. Vandaag is de stad aan de Ionische Zee een ruwe diamant met een ruige kust, een aangenaam klimaat en uiterst lekkere keuken. Hete pepers kruiden er bijvoorbeeld de salata sardella, ook wel geroemd als de kaviaar van de arme mensen. Alle typische ingrediënten, van zwaardvis tot venkel, fonkelen dagvers en puur op de menukaarten van de lokale chef-koks. Het meest tastbare bewijs van de Griekse invloed zijn ‘I Bronzi di Riace’, twee levensgrote bronzen beelden die in 1972 ontdekt werden op de bodem van de zee. Vandaag stelen deze uiterst fraaie en goed bewaarde standbeelden de show in een apart gekoelde zaal van het rijk gestoffeerde Nationaal Archeologisch Museum van Reggio Calabria.

Giganten in immense bossen

Nog verrassender dan de azuurblauwe zeeën die Calabrië omarmen, is de natuurpracht van de drie nationale parken in het binnenland. Het berglandschap en de bossen van het ‘Parco Nazionale della Sila’ nodigen uit tot avontuurlijke trektochten. De Apennijnse wolf is hier thuis te midden van woeste rivieren, stuwmeren en indrukwekkende bossen. Het biogenetische natuurreservaat ‘I Giganti di Fallistro’ telt tientallen unieke reuzenpijnbomen die tot 50 meter hoog reiken en wel 350 jaar oud zijn. Een bezoek aan deze eeuwenoude reuzen stemt iedereen nederig en tegelijk immens blij dat Europa ook zo’n ruige, onbuigzame bomen kan herbergen.

Ook de kust, zeker die aan de Tyrreense zee, is een potentiële publiekstrekker zonder weerga. De ‘Costa degli Dei’, letterlijk ‘de kust der Goden’, wisselt hagelwitte stranden af met rotsachtige landpunten in zee. Hier in de buurt van ‘Capo Vaticano’ kan je in de helderblauwe zee onderwaterriffen met hun rijke fauna en flora ontdekken.

(Lees verder onder foto’s)

Dolce Poala e Tropea

Tropea vormt het toeristische centrum van Calabrië. Deze kustplaats ontvangt elk jaar twee miljoen toeristen, maar het overgrote deel, zo’n anderhalf miljoen zijn Italianen. Vanuit deze badplaats met typisch Italiaanse piazza’s raak je gemakkelijk langs de kronkelende kustlijn tot in het pittoreske dorpje Scilla, onlangs nog door internationale reismedia uitgeroepen tot één van de mooiste dorpjes in Italië. Leuk detail voor ons Belgen, naast het vissershaventje prijkt op de rots van Scilla, het kasteel van Ruffo: jawel, dit was ooit de residentie van de familie Ruffo-Calabria, voorouders van onze koningin Paola.

Ook het stadje Pizzo heeft naast nauwe straatjes, gezellige marktpleintjes, typische terrasjes en weelderige winkeltjes een extra troef met het frisse Tartufo-ijs (‘Tartufo di Pizzo’). Een aanrader is om het stadje met een tuktuk-voertuig te bezoeken en zo kan je gemakkelijk het historische Murat-kasteel ( 19^e -eeuwse heerser en schoonbroer van Napoleon) en de ‘Chiesetta di Piedigrotta’ (een eigenaardig rotskerkje) afvinken van je must-do-lijstje.

Gastronomie op hoogstaand niveau

Calabrië wil zich ook laten kennen als een gastronomische regio die met zijn producten kan wedijveren met alle andere Italiaanse streken. Zowel de verfijnde visgerechten, de uitgelezen charcuterie, de smaakvolle olijven als de uitgesproken wijnen hopen op meer liefde en erkenning van niet-Italianen. Verschillende restaurants bieden hier nog degustatiemenu’s aan tegen zeer aanvaardbare prijzen en dat terwijl ze een niveau bereiken waar menig culinair expert graag voor wil reizen. Eén van de armste streken van Italië is veel rijker aan cultuur en natuur dan we durfden vermoeden. Het is een kwestie van tijd of Calabrië eist zijn plek onder de zon op tussen de ‘Toscanes’ en ‘Siciliës’ van deze wereld. En nog meer dan elders kan je hier de archetypische film van het ware Italië bekijken: authentieke mensen die hun eenvoudige en pure bestaan vanaf de Griekse tijd tot nu tot levenskunst leerden verheffen.