
De toename van het aantal passagiers in januari heeft ervoor gezorgd dat de Europese luchthavens bijna volledig hersteld zijn van de pandemie. Dat meldt de ACI Europe, de koepelorganisatie van luchthavens in Europa, woensdag in een rapport.
Het Europese luchthavennetwerk steeg in januari met 7 procent tegenover dezelfde maand vorig jaar. Daarmee is het aantal passagiers slechts 3 procent onder het niveau van 2019. Een belangrijke kanttekening is dat het aantal internationale passagiers voor het eerst weer op het precovidniveau is. Daartegenover bleven binnenlandse vluchten op de rem staan met 13 procent onder het niveau van 2019.
“De vraag bleef over het algemeen veerkrachtig ondanks de aanzienlijk gestegen vliegtarieven, ook al vertraagde de groeidynamiek of kwam deze zelfs in enkele markten tot stilstand,” zei Olivier Jankovec, algemeen directeur van de luchthavenorganisatie ACI Europa. “Dit zorgt voor verdere divergenties in een al zeer gefragmenteerde luchthavenmarkt, waar geopolitiek en structurele veranderingen in de luchtvaartmarkt – inclusief de dominantie van de vraag naar vrijetijdsreizen en selectieve uitbreiding van lowcostmaatschappijen – de verkeersprestaties vormgeven zoals nooit tevoren.”
Net als in de voorgaande maanden bleven grotere lowcostluchthavens beter presteren in vergelijking met de niveaus van voor de pandemie. Zo groeide de luchthaven van Charleroi met 21,6 procent tegenover januari 2019.
Van de grote luchthavens, die jaarlijks meer dan 40 miljoen passagiers ontvangen, spande London Heathrow opnieuw de kroon. Daarop volgde Istanbul en Charles de Gaulle in Parijs. Madrid sprong over Schiphol dankzij een fikse groei tegenover vorig jaar. Schiphol landde op de vijfde plaats doordat het passagiersaantal lichtjes kromp tegenover vorig jaar. Rome Fiumicino eindigde op de zesde plaats.
Over de positie van Brussels Airport werd niets vermeld.