
In april is de globale vraag naar vluchten met 11 procent gestegen tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dat meldt de internationale luchtvaartorganisatie IATA in een persbericht in aanloop naar de IATA Annual General Meeting en World Air Transport Summit in Dubai.
Vooral het internationale luchtverkeer stuwt met 15,8 procent de vraag de lucht in. Daarnaast steeg de internationale vliegcapaciteit met 14,8 procent, waardoor de bezettingsgraad (+0,7 procentpunt) redelijk stabiel bleef op 82,2 procent. De vraag naar binnenlandse vluchten klom met 4 procent.
De Europese luchtvaartmaatschappijen, die ruim een kwart vertegenwoordigen van het wereldwijde aantal passagiers, zagen de vraag met een tiende toenemen – wat in lijn is met het internationale gemiddelde. Daarmee overtroffen de internationale routes vanuit Europa het precovidniveau naar alle regio’s behalve Afrika. De grootste motor achter de groei is Azië-Pacific, dat bijna een derde vormt van het wereldwijde aandeel. De regio zag de vraag naar vluchten met 17,4 procent toenemen.
De cijfers van april zijn bovendien in lijn met de tendentie van de voorbije 36 maanden, of tweeënhalfjaar. Dat geeft Willie Walsh, Director General van IATA, vertrouwen als hij vooruitblikt op het toeristisch hoogseizoen. “Nu we de piek van het noordelijke zomerseizoen ingaan, is er alle reden om optimistisch te zijn over een sterke zomer met luchtvaartmaatschappijen die een breed scala aan reisopties aanbieden”, zegt Walsch.
IATA voert ook geregeld een enquête uit om te peilen naar consumententrends. Daaruit bleek dat 88 procent het ermee eens is dat ‘vliegreizen mijn leven beter maken’. De consument is tevens een tevreden consument. “97% van de passagiers in onze recente enquête zei dat ze tevreden waren over hun laatste vlucht”, onderstreept Walsh.